Houtrook

Houtrook

Preventie

Rook is altijd ongezond, ook houtrook. GGD’en pleiten daarom voor verregaande reductie van houtrook. Houtrook zorgt voor gezondheidsklachten en overlast bij omwonenden. Gemeenten en Rijksoverheid dienen maatregelen te nemen ter preventie. Deze maatregelen moeten worden ondersteund met behulp van voorlichting.

Blootstelling beperken

Houtrook komt uit bijvoorbeeld houtkachels, pelletkachels, biomassaketels, open haarden, barbecues, terraskachels, vuurkorven en houtgestookte hottubs. Houtrook bevat vele schadelijke stoffen, waaronder fijnstof en roet, die fors bijdragen aan de luchtverontreiniging in Nederland. Waar de bijdrage van bijvoorbeeld het verkeer de laatste decennia fors is afgenomen, is die van houtstook ongeveer gelijk gebleven. Houtstook door consumenten levert een bijdrage van 23% aan de landelijk uitstoot van de fijnere fractie fijnstof (PM2,5).

Houtrook kan zowel bij omwonenden als bij stokers gezondheidsklachten en overlast veroorzaken. Denk bijvoorbeeld aan directe klachten van luchtwegen of ogen, en ook geurhinder. Blootstelling aan luchtverontreiniging kan op lange termijn leiden tot luchtwegaandoeningen, hart- en vaatziekten of zelfs vroegtijdige sterfte. Mensen met al bestaande luchtwegaandoeningen, mensen met hart- en vaatziekten, ouderen en kinderen zijn hier gevoeliger voor. Daarom is het vanuit gezondheidskundig oogpunt belangrijk om blootstelling aan houtrook in de directe woonomgeving te beperken. Meer informatie over de gezondheidseffecten van houtrook is te vinden op deze website.

Preventie: mogelijkheden beperking houtrook via beleid
De GGD adviseert gemeenten om een gezonde leefomgeving te creëren en hierbij de meest effectieve maatregelen voor een gezonde luchtkwaliteit te nemen. Dit omvat ook advies over beleidsmaatregelen en fysieke ingrepen om de overlast door houtrook te voorkomen of te beperken. Hiervoor biedt bijvoorbeeld de Omgevingswet diverse mogelijkheden. De GGD kan gemeenten ondersteunen bij het formuleren van ‘houtstook-ambities’ in een omgevingsvisie, en ook bij het uitwerken in een programma en/of bindende regels in het omgevingsplan.

Mogelijke maatregelen
De meest effectieve maatregelen om gezondheidseffecten van luchtverontreiniging te voorkomen zijn maatregelen die de bron van houtrook wegnemen of anders beperken. Maatregelen die het inademen van houtrook verminderen (bijvoorbeeld ramen sluiten) of maatregelen die de ‘ontvanger’ van de houtrook moet nemen (bijvoorbeeld meer medicijnen nemen tegen astma) kunnen nadelige bijeffecten op de gezondheid hebben. Deze hebben daarom niet onze voorkeur.

Maatregelen die de bron van houtrook wegnemen of beperken, zijn te onderscheiden in niet stoken, minder stoken en schoner stoken.

Niet stoken: Het volledig wegnemen van de bron betekent bij houtrook: niet stoken. Stoppen met houtstook is gezondheidskundig ook de meest effectieve maatregel. Voorbeelden van deze maatregelen zijn:

  • houtgestookte toestellen niet toestaan als hoofdverwarming van een woning;
  • stimuleren van houtrookvrije (nieuwbouw)wijken door vast te leggen dat er geen rookgaskanalen aangelegd mogen worden;
  • bij het aardgasvrij maken van bestaande woningen, overschakelen naar houtstook niet toestaan (bijvoorbeeld via subsidievoorwaarden of vergunningverlening, zoals het niet-toestaan van een rookgaskanaal);
  • een subsidieregeling voor het verwijderen of onbruikbaar maken van rookgaskanalen.

Minder stoken: Maatregelen die leiden tot minder stoken, en zo het beperken van de uitstoot van de bron, dragen ook positief bij aan de gezondheid. Dit kan door periodiek niet te stoken, bijvoorbeeld door:

  • verplicht het opvolgen van een negatief stookadvies van het stookalert;
  • stimuleren van gebruik van het stookalert en de stookwijzer;
  • stimuleren van alternatieven voor houtstook zoals de elektrische barbecue en tuinkaarsen of bio-ethanolbrander in plaats van vuurkorf of buitenhaard.

Schoner stoken: Maatregelen die de uitstoot beperken door ‘schoner’ stoken kunnen ook positief bijdragen aan de gezondheid. Schoner stoken kan bijvoorbeeld door:

  • versneld omschakelen naar nieuwe, schonere Ecodesign kachels via subsidie of wetgeving;
  • inzetten op strengere criteria door de RIjksoverheid;
    • een verbod op de verkoop (o.a. via marktplaats) van slecht-rendement kachels;
    • strenger beleid uit het buitenland overnemen, zoals alleen een brandverzekering afgeven na officiële controle door een erkende installateur en bij een gecertificeerde kachel.
  • schoner stoken te stimuleren.

Biomassacentrales

Verbranding van biomassa in biomassacentrales is een belangrijk onderdeel van de klimaatplannen. Echter, ook de uitstoot die ontstaat bij de verbranding van hout in biomassacentrales is ongezond. Gezondheid is een belangrijk onderdeel in de integrale beoordeling van het al dan niet inzetten van biomassacentrales. GGD’en pleiten ervoor om het meewegen van gezondheid expliciet te maken. Ook (juíst) als het gaat om niet-vergunningsplichtige installaties (<15 MW) en/of biomassacentrales in of nabij woongebieden.

Rol GGD’en

GGD’en geven informatie over mogelijke gezondheidseffecten van blootstelling aan houtrook. Ze dragen met kennis van inhoud en praktijk bij aan de integrale beleidsafweging wanneer er gekozen moet worden tussen alternatieven. Ook geven ze voorlichting die aanzet tot gedragsverandering en spelen ze een rol in het wegwijs maken van mensen in goede, betrouwbare informatievoorziening over hoe men, als men toch wil stoken, dat kan doen op een wijze die zo min mogelijk overlast en gezondheidsklachten veroorzaakt. Deze informatie is beschikbaar via deze website. De GGD’en adviseren gemeenten om actief meer voorlichting te geven over goed stoken en over de mogelijke gezondheidsklachten die omwonenden en stokers zelf hiervan kunnen ondervinden.

Schone Lucht Akkoord (SLA)
Begin 2020 is het Schone Lucht Akkoord (SLA) gesloten tussen Rijk, provincies en gemeenten. Het doel van dit akkoord is om de gezondheidsschade door luchtvervuiling in 2030 te verminderen. Het streven is om in 2030 minimaal 50% gezondheidswinst te behalen ten opzichte van 2016 door de aanpak van binnenlandse bronnen. Hiervoor zijn extra maatregelen nodig, onder andere op het gebied van houtstook. De GGD’en dragen met expertise en ervaring bij aan de themagroep Houtrook van het SLA. In deze themagroep ontwikkelen overheden een aanpak voor lokale probleemsituaties. Het verbeteren van de luchtkwaliteit, waaronder het slagvaardig terugdringen van blootstelling aan houtrook, kan alleen wanneer het wordt gezien en opgepakt als een gezamenlijke verantwoordelijkheid van overheden, professionals, bedrijven en burgers. GGD’en moedigen daarom overheden aan om het Schone Lucht Akkoord te ondertekenen en gezamenlijk de luchtkwaliteit, en daarmee de gezondheid van inwoners, te verbeteren.